woensdag 26 december 2012

Een nieuw koninklijk besluit over elektrische installaties

Op 21 december 2012 werd het nieuwe koninklijk besluit van 4 december 2012 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van elektrische installaties op arbeidsplaatsen gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
Dit besluit bevat regels met betrekking tot:
  • de risicobeoordeling en de te nemen preventiemaatregelen,
  • de werkzaamheden aan elektrische installaties,
  • de bekwaamheid en opleiding van en instructies voor de werknemers, om de risico’s te vermijden tijdens de uitvoering van de opdrachten waarmee deze werknemers belast zijn,
  • het technisch dossier dat de elektrische installatie beschrijft en dat door de werkgever moet samengesteld en bewaard worden.
Deze bepalingen zijn gelijk aan de bepalingen die waren opgenomen in de vorige reglementering (het koninklijk besluit van 2 juni 2008 betreffende de minimale voorschriften inzake veiligheid van bepaalde oude elektrische installaties op arbeidsplaatsen, opgeheven door het koninklijk besluit van 4 december 2012).
De belangrijkste verschillen met de vorige reglementering zijn de volgende:

Toepassingsgebied 

Het koninklijk besluit van 4 december 2012 is van toepassing op alle elektrische installaties op arbeidsplaatsen. Het vorige koninklijk besluit van 2 juni 2008 was daarentegen enkel van toepassing op de oude elektrische installaties. Voor een beter begrip werd er dan ook voor gekozen om een definitie van het begrip oude elektrische installaties in het nieuwe koninklijk besluit in te voeren.

De technische uitvoering van de elektrische installaties 

Voorts bepaalt het nieuwe koninklijk besluit dat de uitvoering van elke elektrische installatie ten minste aan de bepalingen van het AREI moet voldoen. Voor de oude elektrische installaties werd evenwel nog in de mogelijkheid voorzien om af te wijken van de minimale voorschriften betreffende de uitvoering van de installatie. De oude elektrische installaties mogen voor de uitvoering ervan voldoen aan de voorwaarden die vermeld staan in Bijlage I. In deze Bijlage werd de inhoud van de afdeling IV van het vorige koninklijk besluit van 2 juni 2008 overgenomen.

Controle van de elektrische installaties door een erkend organisme 

Voor de controle van de elektrische installaties werd eveneens een onderscheid gemaakt tussen de oude en de nieuwe elektrische installaties. Elke elektrische installatie, zowel oude als nieuwe, maakt het voorwerp uit van een gelijkvormigheidsonderzoek en een periodieke controle die plaats vindt met dezelfde frequentie als deze bepaald in het AREI. De oude elektrische installaties worden bovendien onderworpen aan een eerste controle die ten laatste moet worden uitgevoerd op 1 januari 2014. Deze controle heeft betrekking op de overeenstemming van de oude elektrische installaties met de bepalingen van Bijlage I.

Overgangsbepalingen 

Tenslotte werd ook in een aantal overgangsbepalingen voorzien.
Elke oude elektrische installatie moet uiterlijk op 31 december 2014 voldoen aan de bepalingen van de afdeling II (betreffende de risicoanalyse en de preventiemaatregelen) en uiterlijk op 31 december 2016 aan de bepalingen van de artikelen 8 en 9 (betreffende de uitvoering van de elektrische installatie). Wat de bepalingen van de artikelen 8 en 9 betreft, is het de werkgever echter toegestaan om de termijn met maximum 2 jaar te overschrijden mits een gedetailleerd uitvoeringsplan dat met advies van de preventieadviseur en het Comité is opgesteld.
In de periode waarin de elektrische installaties nog niet voldoen aan de bepalingen van de artikelen 8 en 9, dienen zij wel te blijven beantwoorden aan de bepalingen van het ARAB.

donderdag 20 december 2012

Wat U moet weten over de netvergoeding.



De jaarlijkse netvergoeding voor wie zonnepanelen heeft, komt er vanaf 1 januari. De federale energieregulator CREG heeft zijn fiat gegeven voor de heffing, die gemiddeld uitkomt op 53 euro per geïnstalleerde kilowatt. Particulieren met zonnepanelen zullen hierdoor vanaf 1 januari omgerekend jaarlijks om en bij de 200 à 250 euro aan netvergoeding moeten betalen.
 
De CREG gaat ermee akkoord dat de netbeheerders een heffing mogen doorvoeren op de zogenaamde 'kleine decentrale installaties'. De netvergoeding komt er voor alle stroominstallaties met een vermogen kleiner dan of gelijk aan 10 kilowatt. Het gaat in Vlaanderen meestal om installaties van zonnepanelen bij gezinnen, maar er vallen ook kleine windmolenparken en andere kleine stroominstallaties onder de regeling.

Wie liever dat forfait niet betaalt, moet de mogelijkheid hebben om te kiezen voor een extra meter, die dan de afname en de injectie van elektriciteit op het net meet, zo besliste de CREG. Maar afhankelijk van het verbruik zullen de meeste particulieren "waarschijnlijk meer gebaat zijn bij een netvergoeding dan bij een slimme meter", meent de CREG

Kosten

Aangezien het gemiddeld vermogen van die Vlaamse kleine installaties ongeveer 4 à 4,8 kilowatt bedraagt, zal de gemiddelde Vlaamse zonnepanelenbezitter in 2013 en 2014 omgerekend jaarlijks een vergoeding van gemiddeld 200 à 250 euro moeten bijdragen. De goedkeuring van de tarieven geldt voor de komende twee jaar. Vanaf 2015 wordt de Vlaamse energieregulator VREG bevoegd.

De invoering van een netvergoeding voor zonne-energie was een onderdeel van de hervorming van de groene stroomsubsidiëring. Dat plan omvatte een forse verlaging van groene stroomcertificaten van 210 euro naar 90 euro, maar ook het voorstel van een beperkte netvergoeding.

Discriminatie
 
Het waren de Vlaamse distributienetbeheerders Eandis (waarin de gemeenten en Electrabel aandeelhouders zijn) en Infrax (zuivere intercommunales zonder Electrabel) die om die vergoeding hadden gevraagd. Ze argumenteerden dat er een discriminatie bestond tussen de elektriciteitsverbruikers die geen zonnepanelen hebben, en zij die er wel over beschikken. Die laatste groep draagt momenteel namelijk weinig of helemaal niet bij tot de netkosten, terwijl ze wel dat net dubbel gebruiken: (vooral overdag) wordt overtollige groene stroom op het net gebracht, later wordt elektriciteit er weer afgenomen. De CREG volgt die redenering en heeft nu beslist "een punt te zetten achter de discriminatie".

Sector kwaad

De sector van de zonnepanelen, waartoe PV-Vlaanderen, Fedelec, Nelectra en LVMEB behoren, vindt de netvergoeding "buiten proportie". De bedrijven eisen een "correcte vergoeding gebaseerd op een correct verbruik", berekend door een extra meter. Volgens PV Vlaanderen moet dergelijke vergoeding tot twintig keer lager liggen om billijk te zijn. De zonnepanelensector is niet te spreken over "de nieuwe discriminatie"

De PV-sector eist in het belang van de consument een billijk bedrag dat gestoeld is op het bestaande goedgekeurde injectietarief voor laagspanning. Dat varieert voor de zogenaamde ‘decentrale productie-installaties’ met een vermogen dat hoger is dan 10 kilowatt – naargelang de netbeheerder – tussen 0,31 en 0,67 eurocent per kWh. Voor een gemiddeld gezin met 4 kWp zonnepanelen zou dit een bedrag tussen 7 en 15 € per jaar betekenen. De bedragen buiten proportie die eerder in de pers genoemd waren zijn een factor 20 hoger. Ter vergelijking, het huidige injectietarief dat grote fossiele en nucleaire centrales betalen aan hoogspanningsnetbeheerder Elia bedraagt 3,13 euro per megawattuur (of 0,31 eurocent per kWh) geïnjecteerde stroom. Elke hogere heffing zou dus discriminerend zijn en betekent dat groene stroom hoger belast wordt dan vervuilende technologieën, aldus Alex Polfliet van PV Vlaanderen.

Een te hoge heffing zou bovendien ingerekend moeten worden in de berekening van het nieuwe steunbedrag voor PV-installaties, volgens de principes van het rekenmodel van het Vlaams Energieagentschap. Dat kan tot de situatie leiden dat subsidie nodig is om een taks te betalen.

Daarnaast is de heffing retroactief: ze zal ook toegepast worden op alle bestaande PV-installaties. Het is dus een maatregel die eigenaars van zonnepanelen niet hebben kunnen inrekenen bij hun beslissing om zonnepanelen te installeren.

Er rijzen ook heel wat vragen over de praktische haalbaarheid en de ongewenste effecten van deze maatregel. Als kleine installaties volgend jaar geen steun meer ontvangen, is de kans groot dat vele nieuwe PV-eigenaars zich ook niet meer zullen aanmelden als dergelijke forfaitaire "zonnetaks" wordt geheven. Hierdoor verliezen netbeheerders inzicht op de evolutie van groene stroom in hun netten, met alle gevolgen van dien voor het technische netbeheer.

PV Vlaanderen twijfelt tot slot aan de wettelijkheid van de netvergoedingen en is van plan juridische stappen te ondernemen. "De CREG is al eens veroordeeld door het hof van beroep (in een procedure aangespannen door de PVDA nvdr.) voor de toelating om tussentijds de distributienettarieven te laten aanpassen. Nu doet de regulator het weer"

Leveranciers vrezen extra kosten

De electriciteitsleveranciers vrezen dan weer extra kosten en risico's. Sectorfederatie FEBEG ziet extra financiële risico's op wanbetaling, maar ook extra kosten voor de aanpassing van IT-systemen en data. De federatie zal de situatie verder bekijken, reageert directeur-generaal Marc Van den Bosch.

Positief signaal

"We hebben dringend een positief signaal en een langetermijnvisie nodig van het beleid", zegt Alex Polfliet, voorzitter van PV-Vlaanderen. "Groene stroom uit zonnepanelen is essentieel om de doelstellingen voor groene energie te halen in 2020 en de tijd dringt. Op het moment dat de klimaatconferentie in Doha oproept tot dringende maatregelen, is het een slecht signaal dat de Vlaamse overheid tegelijk de steun schrapt en een nieuwe taks invoert".
De PV-sector stelt als enige aanvaardbare optie voor om de huidige goedgekeurde injectietarieven toe te passen in combinatie met het plaatsen van een bijkomende injectiemeter of een slimme meter. Net nu berekend is dat structurele subsidie voor PV stroom binnenkort niet meer nodig is, vinden we het niet meer dan logisch om bewuste burgers die bereid zijn een ecologische investering te doen, niet forfaitair te belasten.

woensdag 19 december 2012

Groenestroomcertificaten voor fotovoltaïsche zonnepanelen



De Vlaamse overheid subsidieert PV-installaties via het systeem van groenestroomcertificaten nog tot eind 2012. Voor installaties in gebruik genomen en gekeurd uiterlijk op 31/12/2012 krijg je nog 90 euro per 1000 kWh opgewekte elektriciteit gedurende 10 jaar. Om in aanmerking te komen voor de certificaten moet het dak van de woning voorzien zijn van een degelijke dakisolatie (R-waarde van minstens 3). Voor installaties in gebruik genomen vanaf 1/1/2013 worden geen groenestroomcertificaten meer voorzien. Fotovolataïsche zonnepanelen zijn voor het eerst rendabel zonder extra steun.
 
Opgelet: De Vlaamse meerderheidspartijen bereikten eind mei 2012 een akkoord over de hervorming van de groenestroomcertificaten voor installaties die vanaf 1/08/2012 in gebruik genomen worden. De voorgestelde hervorming, die ook een verdere daling van de steun voor zonnepanelen voorziet, ligt nu ter goedkeuring voor aan het Vlaams parlement.


Sector zonnepanelen verzet zich tegen netvergoeding



De installateurs van zonnepanelen en sommige eigenaars van een zonnedak ondernemen juridische stappen tegen de invoering van een netvergoeding. Dat meldt De Tijd.

Doordat de energieprijzen de pan uit swingen, is zonne-energie de afgelopen jaren sterk in opmars gekomen als alternatieve energiebron.

Een tweede reden voor het succes van zonnepanelen is het premiestelsel. Weliswaar is dit aan het afbrokkelen maar we mogen niet vergeten dat zonne-energie ‘propere energie is. Met het plaatsen van zonnepanelen kan iedereen een steentje bijdragen om de CO²-uitstoot te verminderen en zo de aarde leefbaar te houden voor onze kinderen en kleinkinderen, achterkleinkinderen, enz…

Deze laatste en belangrijkste motivatie wordt nu ook gefnuikt door het invoeren van een ‘netvergoeding’.

Die netvergoeding houdt in dat er een taks komt op de eigenaars van zonnepanelen op vraag van Eandis en Infrax. Ze vonden dat er een discriminatie bestond tussen de elektriciteitsverbruikers die geen zonnepanelen hebben, en zij die er wel over beschikken. Eigenaars van zonnepanelen maken ook gebruik van het net doordat ze hun stroom injecteren, klonk het. 

De vergoeding bedraagt ongeveer 238 euro per jaar voor een gezin en zal verrekend worden via de elektriciteitsfactuur. De sector is het hier echter niet mee eens en vindt dat de netbeheerder met deze vergoeding roet strooit in het eten van particuliere eigenaars van zonnepanelen. De installateurs richten zich vooral op de energieregulator Creg en stappen naar het Brussels hof van beroep.

Cdes heeft reeds heel wat ervaring en knowhow opgedaan in dit domein dankzij diverse samenwerkingen met bedrijven die al geruime tijd met zonne-energie bezig zijn.

Voor een energie-audit of een gratis offerte, neem contact op met CDES op 089 32 80 40 of info@cdes.be

vrijdag 12 oktober 2012

Veel vragen bij vlaktaks voor zonnepanelen




Als het van de netbeheerders afhangt, moeten eigenaars van zonnepanelen vanaf 2013 een flinke duit in het zakje doen. Al wie zonnepanelen op zijn dak heeft, moet 50 euro per 1000kWh ophoesten met een maximum van 200 euro. Voor een gemiddelde PV-installatie komt dit overeen met een jaarlijkse kost van zo’n 200 euro.
De voorgestelde bijdrage moet de kost dekken die veroorzaakt wordt door de stroom die eigenaars van zonnepanelen  op het net zetten. Omdat  PV-eigenaars over een “terugdraaiende teller” beschikken, nemen ze volgens de statistieken geen stroom af van het net. Dit stemt niet overeen met de realiteit aangezien de meeste PV-eigenaars wel stroom van het net gebruiken op het moment dat hun eigen zonne-energie niet volstaat. Toch krijgen ze geen netvergoeding aangerekend en dragen ze dus niet bij aan het onderhoud en het beheer van het net en aan de diverse openbare dienstverplichtingen , zoals energiepremies, budgetmeters,… die via de netvergoeding gefinancierd worden.
De ingevoerde netvergoeding moet dit nu rechttrekken en ook mensen met zonnepanelen laten bijdragen aan de netkosten.  Op zich lijkt het dan ook verdedigbaar om een vergoeding aan PV-eigenaars te vragen. Bij de voorgestelde regeling rijzen echter heel wat fundamentele vragen.

Vestzakbroekzakoperatie

Dat aan zonnepanelen de voorbije jaren soms te rijkelijk ondersteuning werd toegezegd via de groene stroomcertificaten, daarover zijn de meesten het ondertussen eens. De steun voor nieuwe zonnepanelen werd onlangs beperkt tot 90 euro steun per geproduceerde megawattuur. Voor een gemiddelde installatie krijg je op jaarbasis zo ongeveer 360 à 450 euro aan groene stroomcertificaten. Trek daar een netvergoeding af van 200 euro en de helft van de steun die investeerders over de streep moet trekken verdwijnt als sneeuw voor de zon. Het kan  niet de bedoeling zijn om via een dergelijke vestzakbroekzakoperatie de fouten uit het verleden recht te trekken. Bovendien zal de aangerekende netvergoeding voor nieuwe investeringen zeer zwaar doorwegen en dat is het laatste wat we nodig hebben.

Onzeker investeringsklimaat

De nieuwe taks komt er op een moment dat er zeer veel onduidelijkheid is over de ondersteuning voor groene stroom. Deze week bleek dat investeringen in hernieuwbare energie hier sterk onder lijden. Dit jaar werd veel minder geïnvesteerd in hernieuwbare energie dan de voorbije jaren. Willen we de groene stroomproductie in Vlaanderen verder laten groeien, dan is er dringend nood aan duidelijkheid. De klimaat- en energiedoelstellingen blijven alleen binnen bereik als we nu volop de kaart trekken van hernieuwbare energie. Een nieuwe regeling die nieuwe investeringen dreigt te fnuiken, kan de sector missen als kiespijn.

Vlaktaks houdt onvoldoende rekening met realiteit

De opgelegde forfaitaire bijdrage van 50 euro per 1000kWh houdt geen rekening met het gedrag van de gebruiker van zonnepanelen. Ben je een kwistige energieverbruiker of net een heel zuinige? Stem je jouw stroomafname af op de productie van zonnestroom en laat je jouw wasmachine ’s middags draaien? Of trek je je daar niets van en laat je jouw toestellen constant draaien op het moment dat je zelf geen stroom produceert? Veroorzaken jouw zonnepanelen nu echt zoveel extra kosten aan het net, of kunnen die op een andere manier  verhaald worden? Hier houdt de voorgestelde vlaktaks geen rekening mee. Een vergoeding die energiezuinige gebruikers beloont of mensen aanstuurt te consumeren op momenten van piekproductie, zou nochtans niet misstaan. Consumenten de keuze laten om hen een billijke bijdrage te laten betalen in functie van hun reële injectie en verbruik, in combinatie met de installatie van een slimme meter zou soelaas kunnen bieden. Het is dan ook bijzonder jammer dat netbeheerders dit voorstel in de media als voorbarig afschilderde.

Laat ons een en ander verduidelijken aan de hand van twee voorbeelden.

1. U consumeert meer dan u produceert:

Stel dat u beschikt over een installatie van 4kWp en u heeft een jaarlijks verbruik van 7000kWh. Zonder rekening te houden met eventuele verliezen, koopt u 3000kWh per jaar. U injecteert dus eigenlijk niets...

2. U produceert meer dan u consumeert:

U verbruikt weer 7000kWh maar u heeft een installatie van 10kWp. U zet dus – zonder rekening te houden met eventuele verliezen – 3000kWh op het net. Wat is nu een billijke vergoeding? Het forfait van 200 euro? Of 150 euro?

Volgens de huidige wetgeving krijgt u voor deze 3000kWh geen vergoeding van de netbeheerder. Erger, op de stroomcertificaten die u hiervoor ontvangt moet u belastingen betalen…

CDES is aan een systeem aan het werken zodat het overschot kan opgeslagen worden. U zet dus bijgevolg weer niets op het net…

U merkt dat aan deze regelgeving nog heel wat werk is!